woensdag 18 april 2012

Theorieles



Theorieles:

Doelgroep:
bovenbouw
Vakgebied:
kunstzinnige oriëntatie
Onderwerp: 
Theorie met betrekking tot het beschouwen van de film en daarin vooral kijken naar de beeldaspecten kleur en licht en hoe dit terug is te zien met betrekking tot de karakters en decors.
Beginsituatie:
De leerlingen zijn bekend met animatiefilms en hebben de film Rango gezien. Ook hebben de leerlingen kennis vernomen van het medium ‘film’ doordat dit al behandeld is in een eerdere les aan de hand van de informatiefolder voor jongeren van het Film Instituut Nederland ‘Eye’. Hierin is o.a. de werking van film en het ontstaan daarvan uitgelegd. Hier de link naar de digitale versie: http://issuu.com/eye_film/docs/wat_is_film_junior?mode=embed&layout=http%3A%2F%2Fskin.issuu.com%2Fv%2Flight%2Flayout.xml&showFlipBtn=true
Lesdoel:

-   De leerlingen leren te beschouwen volgens een analyseschema voor kunstbeschouwing. Op die manier wil ik in gesprek met de kinderen de film kort beschouwen en de leerlingen bekend maken met de vaktermen.
-   De leerlingen leren gericht naar een bepaald beeldaspect te kijken, in dit geval de beeldaspecten kleur en licht, en kunnen verwoorden wat voor effect dit heeft voor de film.
-   De leerlingen leren hoe de bovenstaande beeldaspecten zijn toegepast op de personages in de film.
-   In gesprek met de leerlingen wil ik volgens de 5 ontwikkelingsfasen van Parson praten met de kinderen over het fragment uit de film waar de kijkwijzer over gaat, om er zo achter te komen op welke wijze zij dit stukje film beschouwen.

Inleiding:
Ik heb met vijf kinderen afgesproken, zonder dat de andere kinderen daarvan afweten, dat ze aan het begin van de les het fragment uit de film dat centraal staat tijdens de lessen kort naspelen. Aan het begin van de les komt één leerling de klas een beetje schuchter binnen gelopen (Rango). Om de beurt staat er een andere leerlingen op en lopen die ‘raar’ door de klas terwijl ‘Rango’ hem nadoet. Met dit kleine toneelstukje hoop ik de betrokkenheid van de leerlingen te vergroten. Vervolgens laat ik op www.youtube.com een kort filmpje zien; ‘The ministry of silly walks’ van Monty Python, een Britse komediegroep. Ik vraag de leerlingen de overeenkomsten en verschillen te verwoorden en vertel dat filmmakers hun inspiratie uit allerlei bronnen halen.

Aan de hand van het analyseschema voor kunstbeschouwing dat in de PowerPoint staat die ik aan de kinderen op het Digibord laat zien, analyseer ik de film kort met de kinderen. Ik loop alle begrippen langs om de kinderen om de kinderen hier betekenis aan te geven en ze bekend te maken met de vaktermen. Daarnaast bespreek ik klassikaal wat van toepassing is op de film Rango.

Vervolgens leg ik uit wat beeldaspecten zijn en vertel ik dat we er vandaag twee gaan behandelen: kleur en licht.
Aan de hand van de PowerPoint, waarin ik theoretische uitleg geef over deze beeldaspecten aan de hand van afbeeldingen, leg ik uit welke aspecten daaronder vallen (denk aan primaire, secundaire, warme, koude, functionele, symbolische en expressieve kleuren en soorten licht als tegenlicht, meelicht, zijlicht, strijklicht, Clair-obscul en de gevolgen van licht zoals eigen schaduw en slag schaduw.) . Ik laat de kinderen deze verschillen zien en daag ze uit hier voorbeelden van te zoeken in de klas zodat ze dit laten kunnen toepassen op de film.
Kern:
We bekijken het fragment uit de film dat de leerlingen ook gaan gebruiken voor het maken van de kijkwijzer. Vervolgens zet ik een aantal vragen op het Digibord (volgens de theorie van Parsons) en vraag de leerlingen in tweetallen te overleggen en zo tot antwoorden te komen op deze vragen. Dit om het samenwerkend leren te stimuleren en al de kinderen de ruimte te geven om te praten, om zo de spanningsboog optimaal te houden. Daarna bespreken we deze vragen klassikaal, om erachter te komen op welke wijze zij dit stukje film beschouwen.
Vervolg:
Nu vraag ik de leerlingen of ze hun nieuw verworven kennis over de beeldaspecten kleur en licht, terug kunnen vinden in dit fragment uit de film. Wat zien ze terug in de personages en het decor?
Afsluiting:
Ik evalueer de les met de kinderen. Wat hebben ze vandaag geleerd? Heeft deze les ze anders doen kijken naar de film Rango? Vonden de kinderen het een moeilijke, makkelijke leuke, interessante of eenvoudige les? Etc.

Analyseschema voor kunstbeschouwing:

Inhoud
Voorstelling
Verhaal, onderwerp, thema, sfeer, titel.

Boodschap
Visie

Abstrahering
Figuratief – realistisch, geïdealiseerd, geabstraheerd, gedeformeerd, non- figuratief, abstract.
Vorm
Middelen
Materiaal, licht (lichtsoort/lichtrichting), kleur (kleursoorten/kleurcontrasten), ruimte (ruimtelijkheid/ruimtesuggestie), vorm (vormcontrasten).

Samenhang
Compositie (compositiegrondvormen/gevolgen van ordening: statisch/dynamisch).
Functie
Doel
Levensbeschouwelijk, esthetisch, politiek, economisch, educatief, vermaak.

1 opmerking:

  1. Het analyseschema is niet geschikt voor PO, maar meer voor bovenbouw VO en verder. Doel van de theorieles was om inhoud (verwijzingen beeldcultuur) uit het vooronderzoek didactisch om te zetten naar lesmateriaal, dus bv. een verwijzing naar Dalí met uitleg. Jullie hebben in deze duidelijk de overlegmomenten gemist door een late start.

    BeantwoordenVerwijderen